Het schip

Het schip   De zeilvoering   De motor   De communicatie
De stroomvoorziening

Kombuis.jpg (7446 bytes)

Binnen.jpg (7457 bytes)
de kombuis het interieur

 


Het schip
Het schip is een Hallberg Rassy Monsun uit 1980. De Monsun is een klassiek gelijnd schip met een doorlopende kiel en het roer direct achter de kiel. Het schip heeft een fraai ogende lijn met een lage doorlopende kajuitopbouw, een vast glazen windscherm voor het schuifluik, overgaand in de sprayhood. Dit glazen windscherm geeft samen met de vrij ver achterwaarts doorlopende sprayhood een uitstekende beschutting terwijl het uitzicht veelal goed blijft. Er is geen achterkajuit, het achterschip is slank van vorm.

De redenen dat voor dit schip gekozen is zijn:

  • Ik houd van klassieke schepen, ik wil in iets moois varen en afwerking, binnenbetimmering en houtwerk van Hallberg Rassy staan op een hoog niveau.

  • Het is een sterk en betrouwbaar schip, met een dergelijk schip zijn diverse wereldreizen gemaakt, inclusief minstens één reis via de roaring forties langs Kaap Hoorn.

  • Een schip met een lange kiel kan in een storm goed bijliggen, met een klein zeiltje zonder verdere inspanning van de bemanning de storm uitrijden. Dit is een belangrijke factor voor een solozeiler.

  • Door de slanke vorm loopt het schip niet snel uit haar roer, daarmee is het zeer tolerant bij het voeren van veel zeil, het schip blijft ook voordat er gereefd is, hanteerbaar bij sterk toenemende wind.

  • Ter wille van een goede hanteerbaarheid wilde ik geen te groot schip.

De zeilvoering
De zeilvoering is een standaard sloeptuig. Wel is achter de rolfok een kotterstag toegevoegd om bij zwaar weer een stormfok te kunnen zetten. De kotterstag loopt van vlak onder de top van de mast naar de achterkant van de ankerbak. De kotterstag dient ook om op voor-de-windse koersen een tweede genua (fok) te kunnen hijsen. Er zijn twee spinnakerbomen om voor de wind zowel de rolgenua als de tweede genua ieder naar een kant te kunnen uitbomen.
Het grootzeil is voorzien van een derde rif, zodat dit ook bij windkracht 8-9 nog gevoerd kan worden. Ook is er een trysail aanwezig, dit kan boven het gestreken grootzeil gehesen worden, met twee schoten naar blokken op de achterbolders (zonder de giek te gebruiken).

De motor
De standaard geïnstalleerde Volvo MD11C heb ik vervangen door een Solé Mini 26. De Volvo was te oud geworden, startte moeilijk. De Volvo woog 275 kg, de Solé slechts 110 kg. De Solé is gebaseerd op standaard driecylinder Mitsubishi industriediesel. Ook de ruimtebesparing is aanzienlijk. De extra vrijkomende ruimte is benut voor de installatie van een Aquadrive flexibele koppeling. Door deze koppeling is uitlijnen overbodig en wordt de stuwdruk niet meer door de motorrubbers opgevangen, maar door een speciaal stuwdruklager. De schroefas wordt afgedicht met een oliebad keerring, hiermee behoren lekkages langs de schroefas tot het verleden. Tevens was er ruimte voor een extra dieseltank onder de kuipvloer van 120 liter. Met de nieuwe installatie zijn trillingen en geluidsniveau enorm afgenomen. Hoewel het vermogen van de nieuwe  motor nauwelijks groter is dan van de Volvo, is de manoeuvreerbaarheid enorm verbeterd, de nieuwe motor is veel sneller op toeren dan de oude en maakt manoeuvres met korte krachtige stoten gas mogelijk. De Monsun had de naam in havens niet manoeuvreerbaar te zijn, deze is dat nu wel.

De Communicatie   
Als je het belangrijk vind onderweg met het thuisfront in contact te blijven of in geval van nood hulp te kunnen inroepen zijn voorzieningen voor communicatie noodzakelijk. Op mijn reis met de Johanna gebruik ik de volgende communicatiemethoden.

  • Internet cafés
    Bijna overal zijn tegenwoordig openbare mogelijkheden om toegang tot internet te krijgen. Soms gratis, soms tegen een bedrag van rond de f 20 per uur zoals hier op de meeste Caribische eilanden. Via Hotmail verstuur en ontvang ik mail. Internet cafés gebruik ik vooral voor het versturen van de wat grotere bestanden die langs andere weg teveel tijd en geld kosten. Internet cafés hebben kennen vaak lange wachttijden en beperkte openingstijden.

  • De marifoon
    Noodzakelijk communicatiemiddel voor de korte afstand en de sociale contacten op de ankerplaatsen. Een zeevaartmarifoon met hoog vermogen op alle kanalen is praktisch, DCS is totaal overbodig en wordt nergens gebruikt.

  • De mobiele telefoon
    De mobiele GSM-telefoon werkt aan de Euro-Afrikaanse kant van de Atlantische oceaan in havens en in de buurt van land. Mijn Libertel abonnement werkte echter niet op de Kaap Verdische eilanden hoewel daar wel een GSM-net is. Verder werkt de GSM op de Franse eilanden (Martinique en Guadeloupe) in de Carib. Gebruik voor spraak van de mobiele telefoon is af te raden, de tarieven zijn schrikbarend hoog en de rekeningen oncontroleerbaar. Beter geschikt is de GSM-telefoon voor het ontvangen en verzenden van e-mail via de Nederlandse provider. Dergelijke gesprekken blijven normaliter korter dan twee minuten en de kosten zijn acceptabel. Nodig is een aansluiting van de GSM-telefoon op de computer, bijvoorkeur door een in de GSM ingebouwd modem, anders met een losse PCMCIA modemkaart (vaak duurder dan een telefoon met ingebouwd modem). Inbellen doe ik direct naar Nederland naar Worldonline. Weliswaar biedt Worldonline een lokale roaming service die het mogelijk zou maken in het buitenland op een lokaal nummer in te bellen. Deze service, Gricdial, werkte in Engeland en België wel maar verder niet, is zeer traag, geeft veel overhead en kost ook nog eens f 0.25 per minuut extra, niet gebruiken dus.

  • De SSB kortegolf zender en ontvanger
    De SSB gebruik ik vooralsnog alleen voor spraak, hoewel er ook modems en systemen voor e-mail te vinden zijn. De SSB is het gratis communicatiemiddel bij uitstek tussen de langeafstandszeilers onderling. Via dagelijkse netten houden de zeilers contact en wisselen de laatste informatie uit. Tevens biedt de SSB de mogelijkheid naar huis te bellen via één van de weinige overgebleven kustradiostations zoals Bern radio. Het is fantastisch om zo nu en dan midden op de oceaan de stem van vrouw en kinderen glashelder door te krijgen. Ook voor weerberichten en weersbegeleiding is een SSB vrijwel onmisbaar. En in geval van nood is via de SSB veelal hulp in te roepen. Jammer genoeg maakt de regelgeving in Nederland het gebruik van een SSB zeer moeilijk en overbodig kostbaar. Gelukkig wordt er buiten Nederland minder moeilijk over gedaan. Nodig is een goede SSB zend-ontvanger, een antennetuner en een goede antenne, bijvoorbeeld een geïsoleerde hekstag. Daarnaast is een goede aarding zeer belangrijk. Voor de aarding wordt veel een bronzen aardplaat gebruikt die onder het achterschip gemonteerd wordt. Bij de Johanna gebruik ik de bronzen roerkoning als aarding, dit voldoet zeer goed.

  • Inmarsat C
    In tegenstelling tot andere duurdere Inmarsat systemen is Inmarsat C alleen geschikt voor e-mail, fax en telex. Inmarsat werkt via geostationaire satellieten en bestrijkt vrijwel de gehele wereld, uitgezonderd de poolgebieden. Inmarsat C is een officieel GMDSS systeem, wat betekent dat de wereldwijde hulp- en reddingsdiensten er direct op aangesloten zijn. Tevens worden navigatie- en weerberichten gratis via Inmarsat C verspreid. Nodig zijn een Inmarsat zend-ontvanger (ter grootte van een autoradio), een PC met Inmarsat software en een speciale antenne. Nadeel is de betrekkelijk hoge prijs van het systeem, de aanschaf kost rond de f 10.000. Daarnaast zijn er kosten per bericht, ongeveer 1,5 cent per letter. Inmarsat  C is zeer praktisch en gemakkelijk in het gebruik, als er mail is gaat er gewoon een lampje branden, zo kun je altijd snel reageren. Als je de berichten kort houdt vallen de kosten in het gebruik erg mee. Nieuw is dat je nu ook SMS berichten naar vrijwel iedere mobiele telefoon vanaf Inmarsat C kan versturen (omgekeerd niet).

Samenvattend kun je zeggen dat voor de langeafstandszeiler of een Inmarsat C of een SSB zend-ontvanger noodzakelijk is. Zo is er tenminste één manier om in geval van nood over de lange afstand te communiceren.

De Stroomvoorziening
De vele elektronische apparaten aan boord vragen om een betrouwbare en krachtige stroomvoorziening. Om een voorbeeld te geven, tijdens het varen 's nachts staan de volgende stroomverbruikers aan:

Stroomverbruik in Ampères
Driekleuren toplicht 1
Radar  3,5
GPS  0,2
Inmarsat  0,5
Repeater display  0,1
Koelkast uit
Totaal  5,3



 




 



In een nacht van 12 uur is er dus rond de 65 Amp uur aan stroom nodig. Naast de startaccu, die alleen maar voor de motor gebruikt wordt, zijn er twee accu's aan boord. Eén van 105 AU en één van 70 AU. Het is duidelijk dat er vooral voor het hoge stroomverbruik continue stroom opgewekt dient te worden. Dit geschiedt met de volgende hulpmiddelen.

Sleepdynamo
Dit is een grote dynamo die achter op het schip gemonteerd wordt. Aan de dynamo zit een lijn, aan de lijn een turbine, een lange stang met een propeller. Dit gevaarte levert bij een snelheid van vijf knopen rond de vijf ampère stroom, bij hogere snelheid nog aanzienlijk meer. Als je een beetje snelheid loopt, kom je dus met de sleepgenerator aardig de nacht door, zonder al te veel op de accu's in te teren. De sleepgenerator is een AquaGen, van de firma LVM. De kwaliteit van deze sleepgenerator is onvoldoende, weliswaar is er op de dynamo zelf niets aan te merken, maar de turbine komt ook bij lage snelheden op de golftoppen te snel uit het water, waardoor zich kinken in de lijn vormen die de opbrengst verlagen. Ook zijn de plastic turbinebladen te licht uitgevoerd en onvoldoende vormvast. Tijdens de laatste dagen van de Atlantische oversteek is een blad afgebroken waardoor de generator onbruikbaar werd. De turbine van de Ampair, de Aquair, is degelijker en wordt met een langere lijn geleverd. Gebruikers van de Ampair hebben geen klachten. Ik zal nu de Ampair turbine op mijn dynamo gaan proberen.
Een nadeel van de sleepgenerator is dat het nogal wat snelheid kost. Afhankelijk van de snelheid schat is de afremming op een halve tot een hele knoop, zo'n vijftien mijl per etmaal. 

Het Atlantische project  hap.cpt (75982 bytes)