Het
schip
Het schip is een Hallberg Rassy Monsun uit 1980. De Monsun is
een klassiek gelijnd schip met een doorlopende kiel en het roer direct
achter de kiel. Het schip heeft een fraai ogende lijn met een lage
doorlopende kajuitopbouw, een vast glazen windscherm voor het schuifluik,
overgaand in de sprayhood. Dit glazen windscherm geeft samen met de vrij
ver achterwaarts doorlopende sprayhood een uitstekende beschutting terwijl
het uitzicht veelal goed blijft. Er is geen achterkajuit, het achterschip
is slank van vorm.
De redenen dat
voor dit schip gekozen is zijn:
-
Ik
houd van klassieke schepen, ik wil in iets moois varen en afwerking,
binnenbetimmering en houtwerk van Hallberg Rassy staan op een hoog
niveau.
-
Het is een
sterk en betrouwbaar schip, met een dergelijk schip zijn diverse
wereldreizen gemaakt, inclusief minstens één reis via de roaring
forties langs Kaap Hoorn.
-
Een schip
met een lange kiel kan in een storm goed bijliggen, met een klein
zeiltje zonder verdere inspanning van de bemanning de storm uitrijden.
Dit is een belangrijke factor voor een solozeiler.
-
Door de
slanke vorm loopt het schip niet snel uit haar roer, daarmee is het
zeer tolerant bij het voeren van veel zeil, het schip blijft ook
voordat er gereefd is, hanteerbaar bij sterk toenemende wind.
-
Ter wille
van een goede hanteerbaarheid wilde ik geen te groot schip.
De
zeilvoering
De zeilvoering is een standaard sloeptuig. Wel is achter de rolfok een
kotterstag toegevoegd om bij zwaar weer een stormfok te kunnen zetten. De
kotterstag loopt van vlak onder de top van de mast naar de achterkant van
de ankerbak. De kotterstag dient ook om op voor-de-windse koersen een
tweede genua (fok) te kunnen hijsen. Er zijn twee spinnakerbomen om voor
de wind zowel de rolgenua als de tweede genua ieder naar een kant te
kunnen uitbomen.
Het grootzeil is voorzien van een derde rif, zodat dit ook bij windkracht
8-9 nog gevoerd kan worden. Ook is er een trysail aanwezig, dit kan boven
het gestreken grootzeil gehesen worden, met twee schoten naar blokken op
de achterbolders (zonder de giek te gebruiken).
De
motor
De standaard geïnstalleerde Volvo MD11C heb ik vervangen door een Solé
Mini 26. De Volvo was te oud geworden, startte moeilijk. De Volvo woog 275
kg, de Solé slechts 110 kg. De Solé is gebaseerd op standaard driecylinder
Mitsubishi industriediesel. Ook de ruimtebesparing is aanzienlijk. De
extra vrijkomende ruimte is benut voor de installatie van een Aquadrive
flexibele koppeling. Door deze koppeling is uitlijnen overbodig en wordt
de stuwdruk niet meer door de motorrubbers opgevangen, maar door een
speciaal stuwdruklager. De schroefas wordt afgedicht met een oliebad
keerring, hiermee behoren lekkages langs de schroefas tot het verleden.
Tevens was er ruimte voor een extra dieseltank onder de kuipvloer van 120
liter. Met de nieuwe installatie zijn trillingen en geluidsniveau enorm
afgenomen. Hoewel het vermogen van de nieuwe motor nauwelijks groter
is dan van de Volvo, is de manoeuvreerbaarheid enorm verbeterd, de nieuwe
motor is veel sneller op toeren dan de oude en maakt manoeuvres met korte
krachtige stoten gas mogelijk. De Monsun had de naam in havens niet
manoeuvreerbaar te zijn, deze is dat nu wel.
De
Communicatie
Als je het belangrijk vind onderweg met het thuisfront in
contact te blijven of in geval van nood hulp te kunnen inroepen zijn
voorzieningen voor communicatie noodzakelijk. Op mijn reis met de Johanna
gebruik ik de volgende communicatiemethoden.
-
Internet
cafés
Bijna overal zijn tegenwoordig openbare mogelijkheden om toegang tot
internet te krijgen. Soms gratis, soms tegen een bedrag van rond de f
20 per uur zoals hier op de meeste Caribische eilanden. Via Hotmail
verstuur en ontvang ik mail. Internet cafés gebruik ik vooral voor
het versturen van de wat grotere bestanden die langs andere weg teveel
tijd en geld kosten. Internet cafés hebben kennen vaak lange
wachttijden en beperkte openingstijden.
-
De
marifoon
Noodzakelijk communicatiemiddel voor de korte afstand en de sociale
contacten op de ankerplaatsen. Een zeevaartmarifoon met hoog vermogen
op alle kanalen is praktisch, DCS is totaal overbodig en wordt nergens
gebruikt.
-
De
mobiele telefoon
De mobiele GSM-telefoon werkt aan de Euro-Afrikaanse kant van de
Atlantische oceaan in havens en in de buurt van land. Mijn Libertel
abonnement werkte echter niet op de Kaap Verdische eilanden hoewel
daar wel een GSM-net is. Verder werkt de GSM op de Franse eilanden (Martinique
en Guadeloupe) in de Carib. Gebruik voor spraak van de mobiele
telefoon is af te raden, de tarieven zijn schrikbarend hoog en de
rekeningen oncontroleerbaar. Beter geschikt is de GSM-telefoon voor
het ontvangen en verzenden van e-mail via de Nederlandse provider.
Dergelijke gesprekken blijven normaliter korter dan twee minuten en de
kosten zijn acceptabel. Nodig is een aansluiting van de GSM-telefoon
op de computer, bijvoorkeur door een in de GSM ingebouwd modem, anders
met een losse PCMCIA modemkaart (vaak duurder dan een telefoon met
ingebouwd modem). Inbellen doe ik direct naar Nederland naar
Worldonline. Weliswaar biedt Worldonline een lokale roaming service
die het mogelijk zou maken in het buitenland op een lokaal nummer in
te bellen. Deze service, Gricdial, werkte in Engeland en België wel
maar verder niet, is zeer traag, geeft veel overhead en kost ook nog
eens f 0.25 per minuut extra, niet gebruiken dus.
-
De
SSB kortegolf zender en ontvanger
De SSB gebruik ik vooralsnog alleen voor spraak, hoewel er ook modems
en systemen voor e-mail te vinden zijn. De SSB is het gratis
communicatiemiddel bij uitstek tussen de langeafstandszeilers
onderling. Via dagelijkse netten houden de zeilers contact en wisselen
de laatste informatie uit. Tevens biedt de SSB de mogelijkheid naar
huis te bellen via één van de weinige overgebleven kustradiostations
zoals Bern radio. Het is fantastisch om zo nu en dan midden op de
oceaan de stem van vrouw en kinderen glashelder door te krijgen. Ook
voor weerberichten en weersbegeleiding is een SSB vrijwel onmisbaar.
En in geval van nood is via de SSB veelal hulp in te roepen. Jammer
genoeg maakt de regelgeving in Nederland het gebruik van een SSB zeer
moeilijk en overbodig kostbaar. Gelukkig wordt er buiten Nederland
minder moeilijk over gedaan. Nodig is een goede SSB zend-ontvanger,
een antennetuner en een goede antenne, bijvoorbeeld een geïsoleerde
hekstag. Daarnaast is een goede aarding zeer belangrijk. Voor de
aarding wordt veel een bronzen aardplaat gebruikt die onder het
achterschip gemonteerd wordt. Bij de Johanna gebruik ik de bronzen
roerkoning als aarding, dit voldoet zeer goed.
-
Inmarsat
C
In tegenstelling tot andere duurdere Inmarsat systemen is Inmarsat C
alleen geschikt voor e-mail, fax en telex. Inmarsat werkt via
geostationaire satellieten en bestrijkt vrijwel de gehele wereld,
uitgezonderd de poolgebieden. Inmarsat C is een officieel GMDSS
systeem, wat betekent dat de wereldwijde hulp- en reddingsdiensten er
direct op aangesloten zijn. Tevens worden navigatie- en weerberichten
gratis via Inmarsat C verspreid. Nodig zijn een Inmarsat
zend-ontvanger (ter grootte van een autoradio), een PC met Inmarsat
software en een speciale antenne. Nadeel is de betrekkelijk hoge prijs
van het systeem, de aanschaf kost rond de f 10.000. Daarnaast zijn er
kosten per bericht, ongeveer 1,5 cent per letter. Inmarsat C is zeer praktisch en gemakkelijk in het gebruik, als er
mail is gaat er gewoon een lampje branden, zo kun je altijd snel
reageren. Als je de berichten kort houdt vallen de kosten in het
gebruik erg mee. Nieuw is dat je nu ook SMS berichten naar vrijwel
iedere mobiele telefoon vanaf Inmarsat C kan versturen (omgekeerd
niet).
Samenvattend
kun je zeggen dat voor de langeafstandszeiler of een Inmarsat C of een SSB
zend-ontvanger noodzakelijk is. Zo is er tenminste één manier om in
geval van nood over de lange afstand te communiceren.
De
Stroomvoorziening
De vele elektronische apparaten aan boord vragen om een betrouwbare en
krachtige stroomvoorziening. Om een voorbeeld te geven, tijdens het varen
's nachts staan de volgende stroomverbruikers aan:
Stroomverbruik
in Ampères |
Driekleuren
toplicht |
|
1 |
Radar |
|
3,5 |
GPS |
|
0,2 |
Inmarsat |
|
0,5 |
Repeater
display |
|
0,1 |
Koelkast |
|
uit |
Totaal |
|
5,3 |
In een nacht van 12 uur is er dus rond de 65 Amp uur aan stroom nodig.
Naast de startaccu, die alleen maar voor de motor gebruikt wordt, zijn er
twee accu's aan boord. Eén van 105 AU en één van 70 AU. Het is
duidelijk dat er vooral voor het hoge stroomverbruik continue stroom
opgewekt dient te worden. Dit geschiedt met de volgende hulpmiddelen.
Sleepdynamo
Dit is een grote dynamo die achter op het schip gemonteerd wordt. Aan de
dynamo zit een lijn, aan de lijn een turbine, een lange stang met een
propeller. Dit gevaarte levert bij een snelheid van vijf knopen rond de
vijf ampère stroom, bij hogere snelheid nog aanzienlijk meer. Als je een
beetje snelheid loopt, kom je dus met de sleepgenerator aardig de nacht
door, zonder al te veel op de accu's in te teren. De sleepgenerator is een
AquaGen, van de firma LVM. De kwaliteit van deze sleepgenerator is
onvoldoende, weliswaar is er op de dynamo zelf niets aan te merken, maar
de turbine komt ook bij lage snelheden op de golftoppen te snel uit het
water, waardoor zich kinken in de lijn vormen die de opbrengst verlagen.
Ook zijn de plastic turbinebladen te licht uitgevoerd en onvoldoende
vormvast. Tijdens de laatste dagen van de Atlantische oversteek is een
blad afgebroken waardoor de generator onbruikbaar werd. De turbine van de
Ampair, de Aquair, is degelijker en wordt met een langere lijn geleverd.
Gebruikers van de Ampair hebben geen klachten. Ik zal nu de Ampair turbine
op mijn dynamo gaan proberen.
Een nadeel van de sleepgenerator is dat het nogal wat snelheid kost.
Afhankelijk van de snelheid schat is de afremming op een halve tot een
hele knoop, zo'n vijftien mijl per etmaal.
|